Zeehonden en zeeleeuwen
Met hun vinvormige ledematen zijn de zeehonden en zeeleeuwen goed aangepast aan het leven in het water. Hun gestroomlijnde lichaam met een vaak dikke, isolerende onderhuidse vetlaag maakt dat ze zich ook in ijskoud water thuisvoelen, waar de meeste soorten op vis jagen. De zeeolifant kan zelfs meer dan een uur onder water blijven.
Om jongen te krijgen en te zogen moeten ze het land (of het ijs) op. Daar bewegen ze zich heel wat onhandiger voort. De zeeleeuwen komen daar nog het beste uit de voeten doordat ze hun achterpoten naar voren kunnen klappen.
Om hun huid en vet zijn veel zeehonden en zeeleeuwen in het verleden (sommige soorten nog steeds) zwaar bejaagd. Soms wordt deze groep tot de orde van de roofdieren gerekend, waar ze in ieder geval het meest verwant mee zijn