Doorschijnende zakpijp
Zakpijpen behoren tot de manteldieren. Deze ongewervelde diergroep staat het dichtst bij de gewervelden, wat alleen aan de vrijzwemmende larven nog te zien is. Volwassen zakpijpen lijken wat betreft hun levenswijze het meest op sponzen: ze zitten vast en pompen zeewater door hun lichaam om er plankton uit te filteren. Anders dan sponzen hebben zakpijpen een omhulsel ('mantel') om hun lichaam en (net als schelpdieren) één instroom en één uitstroomopening.
Bij deze zakpijp is de mantel doorschijnend, zachtgeel of zachtgroen en soms een beetje rood-achtig. De inwendige organen zoals de kieuwzeef en het darmkanaal zijn daardoor met enige moeite te zien. De in- en uitstroomopening hebben een opvallend gele, gegolfde rand. Het lichaam zit zonder steel vast aan de ondergrond.
Deze soort doet het vooral goed in stilstaand zout water en komt veel in het Grevelingenmeer (Zeeland) voor. Hij kan plaatselijk enorme dichtheden bereiken: tot 2000 per m2.