Gewone zeester
Deze bleek-oranje tot donker-paarse zeester komt veel voor langs onze kust. Zoals de meeste zeesterren heeft hij vijf armen. Deze zijn vrij dik en de punten staan omhoog als hij in actie komt. De bovenkant van de zeester is bobbelig en ruw, aan de onderkant zit een groot aantal zuigvoetjes.
De gewone zeester eet vooral mosselen. Hij klemt zich om de mossel en wacht tot die - in ademnood - zijn schelpen opent. Met verteringssappen verzwakt de zeester de mossel. Zodra dat mogelijk is, stulpt de zeester zijn maag tussen de schelpen door naar binnen om het mossel-vlees daar te verteren.