Walvissen leven in het water, maar het zijn zoogdieren. Dat betekent dat ze net als wij lucht nodig hebben om te ademen en levende jongen baren.

De walvissen worden onderverdeeld in de baleinwalvissen en de tandwalvissen.

Onder tandwalvissen vallen bijvoorbeeld dolfijnen en bruinvissen (de kleinste walvisachtigen).

De baleinwalvissen zijn de grootste. De blauwe vinvis is zelfs het grootste dier aller tijden: het vrouwtje kan maar liefst 33 meter lang worden en 170 ton wegen (zo'n 32 olifanten)! Hiermee is zij groter dan de allergrootste dinosaurus ooit! De tong van een blauwe vinvis weegt net zoveel als een Afrikaanse olifant.

Dolfijnen gebruiken echolocatie om prooien mee te vangen. Op dit plaatje zie je hoe dat werkt: